7.8: Hydrolysis of ATP
7.8: Hydrolyse van ATP
The bonds of adenosine triphosphate (ATP) can be broken through the addition of water, releasing one or two phosphate groups in an exergonic process called hydrolysis. This reaction liberates the energy in the bonds for use in the cell—for instance, to synthesize proteins from amino acids.
If one phosphate group is removed, a molecule of ADP—adenosine diphosphate—remains, along with inorganic phosphate. ADP can be further hydrolyzed to AMP—adenosine monophosphate—by the removal of a second phosphate group.
Structure of ATP
ATP consists of an adenine base, a ribose sugar, and three phosphate groups, with the latter attached to each other through high-energy phosphoanhydride bonds.
De bindingen van adenosinetrifosfaat (ATP) kunnen worden verbroken door de toevoeging van water, waarbij een of twee fosfaatgroepen vrijkomen in een exergonisch proces dat hydrolyse wordt genoemd. Deze reactie maakt de energie in de bindingen vrij voor gebruik in de cel - bijvoorbeeld om eiwitten uit aminozuren te synthetiseren.
Als één fosfaatgroep wordt verwijderd, blijft er een molecuul ADP - adenosinedifosfaat - over, samen met anorganisch fosfaat. ADP kan verder worden gehydrolyseerd tot AMP - adenosinemonofosfaat - door verwijdering van een tweede fosfaatgroep.
Structuur van ATP
ATP bestaat uit een adeninebase, een ribosesuiker en drie fosfaatgroepen, waarbij de laatste aan elkaar zijn gehecht door middel van hoogenergetische fosfoanhydride-bindingen.