26.3: Communicatie
Communicatie tussen twee dieren vindt plaats wanneer één dier een informatiesignaal uitzendt dat een verandering veroorzaakt bij het dier dat de informatie ontvangt. Organismen communiceren op verschillende manieren met elkaar. Signalen kunnen auditief, chemisch, visueel, tactiel of een combinatie hiervan zijn. Communicatie is een kritische gedragsaanpassing die overleving, groei en voortplanting bevordert.
Soorten communicatie
Een veel voorkomende vorm van communicatie is visueel. Visuele communicatie kan worden gebruikt om een partner aan te trekken, zoals de uitgebreide dansen van de paradijsvogel, of om een waarschuwing te geven, zoals de ontblote tanden van een wolf of de heldere aposematische kleuring van een gestreepte zeekust (een giftige slang). De waggeldans van de bij is een andere cruciale visuele communicatie die andere leden van de korf informeert over de locatie van hulpbronnen.
Dieren gebruiken ook vaak chemische signalen om berichten te verzenden. Canids, zoals de coyote, zullen bijvoorbeeld vaak een geurmarkering hebben om vast te stellenish dominantie of trek een partner aan.
Auditieve communicatie is ook gebruikelijk, inclusief vocalisaties zoals gehuil, liedjes of getjilp. Krekels gebruiken bijvoorbeeld soortspecifieke akoestische signalen (meestal een reeks tjilpen) om met soortgenoten te communiceren. Olifanten gebruiken infrageluiden, geluiden met een zeer lage frequentie onder het bereik van het menselijk gehoor, om te communiceren.
De sissende kakkerlak van Madagaskar is een van de vele insectensoorten die tactiele communicatie gebruiken. In het bijzonder gebruiken ze een techniek die antennatie wordt genoemd - in dit geval letterlijk het aanraken van antennes tegen een potentiële partner. Veel andere dieren gebruiken ook tactiele gebaren, ook mensen.