14.3: Transcriptiefactoren
Weefselspecifieke transcriptiefactoren dragen bij aan diverse cellulaire functies bij zoogdieren. Het gen voor bètaglobine, een belangrijk bestanddeel van hemoglobine, is bijvoorbeeld aanwezig in alle cellen van het lichaam. Het komt echter alleen tot expressie in rode bloedcellen omdat de transcriptiefactoren die kunnen binden aan de promotorsequenties van het bètaglobinegen alleen in deze cellen tot expressie worden gebracht. Weefselspecifieke transcriptiefactoren zorgen er ook voor dat mutaties in deze factoren alleen de functie van bepaalde weefsels of lichaamsdelen kunnen aantasten zonder het hele organisme te beïnvloeden.
Transcriptiefactoren in eukaryoten zorgen voor een extra laag van complexiteit en oefenen combinatorische controle uit. Dat betekent dat de expressie van een enkel gen wordt gereguleerd door de synchrone input van verschillende transcriptiefactoren. Door de combinatie van verschillende transcriptionele activatoren en repressoren kan een gen differentieel worden gereguleerd en zich aanpassen aan een verschillende omgevingsveranderingen zonder dat er extra genen nodig zijn.