– [Instructeur] Altruïsme verwijst naar gedrag dat anderen helpt om hun conditie te verbeteren en tegelijkertijd de eigen conditie van het individu verlaagt. Bijvoorbeeld, werkbijen, vrouwtjes die zich niet voortplanten, zoeken en brengen voedsel terug voor de koningin, het enige vrouwtje in de kolonie dat zich wel voortplant, en haar nakomelingen. De werkers bouwen en onderhouden ook de bijenkorf, en beschermen deze tegen indringers door ze te steken, waarbij de bij zelf omkomt. Dus werkbijen offeren hun eigen leven en hun vermogen om zich voort te planten op ten gunste van de koningin. De werkers zijn echter nauw verwant aan de koningin, dus dit altruïstische gedrag helpt hun gemeenschappelijke genen door te geven via de nakomelingen van de koningin. Altruïsme kan ook voorkomen tussen niet-verwante of ver verwante individuen, zoals wanneer een primaat een andere primaat binnen een sociale groep verzorgt. Dit wordt wederkerig altruïsme genoemd en men denkt dat het adaptief is, aangezien de gunst vaak wordt teruggegeven, wat uiteindelijk in het voordeel is van beide individuen.