– [Verteller] Soorten in een ecosysteem zijn georganiseerd in een voedselketen, een sequentiële volgorde waarin energie en voedingsstoffen via verschillende organismen worden doorgegeven. Elke soort in de keten vertegenwoordigt een specifieke positie die bekend staat als trofisch niveau. Het onderste niveau bestaat uit primaire producenten die autotrofen worden genoemd, organismen die de energie verkrijgen om nieuw organisch materiaal te synthetiseren uit een abiotische energiebron, zoals zonlicht. Alle bovenstaande niveaus bestaan uit heterotrofen, die energie moeten halen uit andere organismen. Het eerste niveau van heterotrofen zijn primaire consumenten, organismen die zich rechtstreeks voeden met primaire producenten. Vervolgens halen secundaire consumenten energie uit het eten van primaire consumenten en worden ze vervolgens gegeten door tertiaire consumenten. Organismen behoren echter niet altijd uitsluitend tot bepaalde categorieën. Bijvoorbeeld, een havik kan zowel een secundaire consument zijn, die zich voedt met zaadetende vogels, als een tertiaire consument, die zich voedt met slangen, welke zich ook kunnen voeden met de zaadetende vogels. Reducenten, waaronder schimmels, bacteriën en detritivoren, vormen het hoogste trofische niveau. Deze organismen voeden zich met dode resten van andere organismen en kunnen overal in de voedselketen worden geplaatst.