Back to chapter

27.4:

Productie-efficiëntie

JoVE Core
Biology
A subscription to JoVE is required to view this content.  Sign in or start your free trial.
JoVE Core Biology
Production Efficiency

Languages

Share

– [Verteller] De efficiëntie waarmee organismen ontvangen energie opnemen in biomassa voor het volgende trofische niveau wordt netto productie-efficiëntie of NPE genoemd. Energie kan verloren gaan tijdens metabolische processen zoals ademhaling en vertering als afval. En ook als niet geconsumeerde biomassa. Bijvoorbeeld, als een vos maar een deel van een konijn eet en energierijke hulpbronnen onbenut blijven. Ectotherme dieren zoals reptielen verbruiken minder energie voor metabole activiteiten, met name ademhaling en behoud van de lichaamstemperatuur en hebben daarom een NPE die ongeveer 10 keer hoger is dan endothermen, zoogdieren of vogels, die meer warmte moeten genereren om metabole processen te handhaven. In het geval van de vos en de slang betekent de discrepantie in NPE dat de vos 10 keer zoveel konijn moet consumeren als de slang om dezelfde hoeveelheid energie te ontvangen voor het bouwen van biomassa.

27.4:

Productie-efficiëntie

Netto productie-efficiëntie (NPE) is de efficiëntie waarmee organismen energie assimileren in biomassa voor het volgende trofische niveau. Door lage stofwisselingssnelheden en minder energie besteed aan thermoregulerende processen, is de NPE van ectothermen (koudbloedige dieren) 10 keer hoger dan die van endothermen (warmbloedige dieren).

Netto productie-efficiëntie

Energie stroomt door ecosystemen, van het ene organisme naar het andere. Alleen de energie die als biomassa in een organisme is opgeslagen, is als voedsel beschikbaar voor het volgende trofische niveau. De rest van de energie gaat in de loop van de tijd verloren als warmte, een bijproduct van metabolische processen, en uitgescheiden afvalstoffen. De efficiëntie waarmee organismen deze bruikbare energie assimileren in biomassa wordt netto productie-efficiëntie (NPE) genoemd, ofwel het energie percentage dat opgeslagen is in biomassa en niet gebruikt wordt voor ademhaling. In een onderzoek naar een ecosysteem van woestijnachtige struikgewas bleek bijvoorbeeld dat slechts 0,016% van de energie die door primaire producenten werd geproduceerd, vervolgens werd geassimileerd in kleine herbivoor zoogdierweefsel en beschikbaar was voor carnivoren in dit systeem.

Endotherm versus Ectotherm

Endothermen zoals vogels en zoogdieren hebben doorgaans een lage productie-efficiëntie vanwege de grotere hoeveelheden energie die wordwn besteed aan het handhaven van constante, hoge lichaamstemperaturen en hoge metabolische snelheden. Aan de andere kant is de NPE voor ectothermen een orde van grootte hoger vanwege hun lagere metabolische snelheden en thermoregulerend gedrag. Daarom moet een zoogdier meer energie verbruiken om dezelfde hoeveelheid biomassa op te nemen als een reptiel.

Suggested Reading

Shurin, Jonathan B, Daniel S Gruner, and Helmut Hillebrand. “All Wet or Dried up? Real Differences between Aquatic and Terrestrial Food Webs.” Proceedings of the Royal Society B: Biological Sciences 273, no. 1582 (January 7, 2006): 1–9. [Source]