Back to chapter

26.2:

Inprenting

JoVE Core
Biology
A subscription to JoVE is required to view this content.  Sign in or start your free trial.
JoVE Core Biology
Imprinting

Languages

Share

– [Presentator] Inprenting is het proces waardoor sommige pasgeboren dieren en ouders elkaar kunnen herkennen en een langdurige bond vormen. Bijvoorbeeld, ooien inprenten op hun lammeren gedurende een kritische periode enkele uren na de geboorte, zodat ze hun nakomelingen in een grote kudde kunnen identificeren en verzorgen. Inprenten is altijd beperkt tot een korte kritische periode kort na de geboorte of het uitkomen van het ei. Ganzenkuikens, bijvoorbeeld, inprenten zich op hun moeder in de eerste dag van hun leven. Daarna zullen zij haar volgen wanneer ze beweegt. Als de moeder wordt weggehaald voordat de eieren zijn uitgekomen, zullen de ganzenkuikens zich inprenten op het eerste grote bewegende voorwerp waaraan ze tijdens hun eerste dag worden blootgesteld, zelfs een persoon. Daarna zullen ze altijd deze inprentingstimulus volgen en zullen ze hun biologische moeder negeren. Dus, alhoewel het instinct om in te prenten is aangeboren, is het specifieke voorwerp van inprenting aangeleerd gedrag gebaseerd op een blootstelling tijdens de kritische periode. Inprenting is onomkeerbaar. Zodra de kritische periode eenmaal voorbij is, kan het voorwerp van inprenting niet veranderd worden. Ook als er geen geschikte stimulans is tijdens dit tijdvenster, zal het dier helemaal niet inprenten. Door het scheppen van een sterke, langdurige band, zorgt inprenting ervoor dat ouders voor hun nakomelingen kunnen zorgen en hen kunnen opvoeden, waardoor hun overlevingskansen toenemen.

26.2:

Inprenting

Inprenting wordt waargenomen bij sommige pasgeboren dieren en treedt op wanneer ze sterke en specifieke gebondenheid aan een ander dier (meestal een ouder) ontwikkelen na korte blootstelling in het vroege leven. Nakomelingen vertonen inprenting van de ouders kort na de geboorte of het uitkomen; dit tijdvenster wordt de kritieke periode genoemd. Zodra inprenting plaatsvindt, is de band tussen de ouders en hun nakomelingen meestal langdurig.

Overleving

Moederschapen inprenten binnen een paar uur na hun geboorte de geur van hun lammeren. Omdat veel vrouwtjes in de kudde in dezelfde tijd van het jaar bevallen, kunnen de moeders hun lammeren selectief herkennen en verzorgen.

Inprenting gebeurt ook in de tegenovergestelde richting, waarbij nakomelingen op hun ouders worden ingeprent. Dit komt vooral veel voor bij watervogels, zoals kuikens (babyganzen), die inprenten op hun moeder binnen de eerste dag na het uitkomen. Daarna volgen ze de moeder overal naartoe. Met dit gedrag kan de moeder haar kroost beschermen en hen de vaardigheden leren die ze nodig hebben om te overleven.

Klassiek werk

In de jaren dertig liet Konrad Lorenz zien dat kuikens een inprent maken op het eerste grote, bewegende object dat ze tijdens de kritieke periode zien. Bij afwezigheid van hun moeder kan dit object broers of zussen zijn, een persoon of zelfs een levenloos object. Daarna zullen ze altijd deze plaatsvervangende 'moeder' volgen, de inprentingsprikkel genoemd, zelfs als ze hun biologische moeder of andere volwassen ganzen tegenkomen.

Deze experimenten toonden aan dat de prikkels die in de omgeving aanwezig zijn, het object van imprinting tijdens de kritieke periode bepalen. Daarom is het inprenten het resultaat van een combinatie van het instinctieve gedrag tot het inprenten en leren op basis van ervaring.

Inprenting vindt alleen plaats binnen de kritieke periode en kan niet worden gewijzigd nadat de kritieke periode is afgelopen. Dit is de reden waarom kuikens die op een mens zijn ingeprent, de mens ook later zal blijven volgen, zelfs als ze aan hun moeder blootgesteld worden. Als er tijdens de kritieke periode geen geschikte imprinting-stimulus is, zullen de jonge dieren helemaal nooit inprenten.

Suggested Reading

Ueda, Hiroshi, Shingo Nakamura, Taro Nakamura, Kaoru Inada, Takashi Okubo, Naohiro Furukawa, Reiichi Murakami, et al. “Involvement of Hormones in Olfactory Imprinting and Homing in Chum Salmon.” Scientific Reports 6 (February 16, 2016): 21102. [Source]

Mobbs, Elsie J., George A. Mobbs, and Anthony E. D. Mobbs. “Imprinting, Latchment and Displacement: A Mini Review of Early Instinctual Behaviour in Newborn Infants Influencing Breastfeeding Success.” Acta Paediatrica 105, no. 1 (2016): 24–30. [Source]