– [Instructeur] Verschillende eiwitten reguleren de celcyclus negatief om te voorkomen dat replicatie optreedt voordat de cellen klaar zijn. Tijdens G1, als het DNA van een cel beschadigd is, rekruteert het p53-eiwit enzymen om het DNA te herstellen voordat de cel overgaat naar de S-fase. p53 stimuleert ook de productie van de CDK-remmer, p21, die zich bindt aan CDK-cyclinecomplexen, waardoor hun activiteit wordt geremd en de celcyclus wordt gestopt. Als de DNA-schade te groot is om te overkomen, kan p53 leiden tot apoptose, celdood, om duplicatie van beschadigd DNA te voorkomen. Een ander eiwit, het Retinoblastoma eiwit, of Rb, kan de celcyclus vertragen door zich te binden aan transcriptiefactoren, zoals E2F, om de transcriptie van genen te blokkeren die nodig zijn voor de G1 naar S overgang. Als de cel eenmaal groot genoeg is voor deling, wordt Rb gefosforyleerd en wordt het inactief, geeft het E2F vrij, en deze genen kunnen nu worden getranscribeerd en getransleerd in enzymen die nodig zijn voor de S-fase.