– [Instructeur] De materie waaruit levende organismen bestaan, wordt bewaard en gerecycleerd tussen biotische, levende en abiotische, niet-levende factoren in het milieu, een proces dat de biogeochemische kringloop wordt genoemd. Vier verbindingen, of moleculen, water, koolstof, stikstof en zwavel, hebben gasvormige vormen die gecirculeerd worden door zowel de terrestrische en aquatische ecosystemen als door de atmosfeer, waardoor ze deel uitmaken van de mondiale biogeochemische processen. Elementen die te zwaar zijn om in de vorm van gassen, zoals fosfor, alleen door de terrestrische en aquatische ecosystemen te circuleren, een lokaal biogeochemisch proces. Zowel lokale als globale biogeochemische recyclage zijn met elkaar verbonden door geologische processen, zoals de verheffing van tektonische platen, verwering en erosie van rotsafzettingen en waterafvoer.